Zoals bijna alle spelers uit de pioniersperiode werd ook de op 22 april 1911 geboren Joseph A. E. Lekens in de taal van Chirac opgevoed. Al spoedig toont de jonge Lekens veel interesse voor de schaats- en atletieksport. Hij vindt op de ijsbaan aan de Antwerpse Gezondheidsstraat zijn tweede thuis en sluit zich in 1922 bij de pasopgerichte ijsclub Mercurius aan. Dit Mercurius gaat enkele jaren later in 'Le Puck' op. 'Le Puck' was een ijshockeyclub die door een reeks jongeren was opgericht omdat ze door de oudere garde met alle middelen uit de eerste ploeg van het CPA gehouden werden. Met dit Le Puck werd hij einde van de jaren twintig verscheidene malen Belgisch Kampioen. Ook op gebied van snelschaatsen toonde hij zijn aanleg en werd o.a. in 1928 Belgisch Kampioen op de koninginnenafstand 1.500 meter. In de Nationale IJshockeyploeg deed hij in 1929 zijn intrede.
Ook was Jef Lekens in de jaren dertig een bekend atleet bij Beerschot A.V.. In 1934 toonde hij zich tijdens de Belgische Kampioenschappen de snelste over de 200 meter hagen (horden). De jaren daarop werd hij nog driemaal tweede en viermaal derde in de nationale titelstrijd. In die jaren was hij een vaste waarde en verdedigde tientallen malen als atleet de nationale driekleur.
In 1934 was hij één van de medestichters van de UPA die in Brussel hun thuishaven hadden. Bij de opening van het Sportpaleis te Merksem in 1938 verhuisde hij, tezamen met zijn UPA-ploegmaats naar de Metropool. Jef Lekens was tijdens de winter 1938-1939 de centrale figuur van Brabo, een selectie van
bijna uitsluitend Canadese spelers plus hem. Deze ploeg speelde dat jaar tegen zowat alle Europese topploegen. Hij kon, zoals niemand het hem ooit nadeed, het publiek bespelen. Wekelijks zorgde hij ervoor dat de duizenden supporters hun adem inhielden als hij over 6 à 7 olievaten, of over een tafel of over een reeks stoelen, sprong. Ook als het publiek tijdens een wedstrijd wat ingeslapen raakte lokte hij plots een boksmatch per ploeg uit en ook hierin toonde de vlug overhitte Jef zich een meester.
Vanaf 1942 verdedigde hij gedurende enkele jaren de kleuren van Brussels tot hij in 1946 naar de Sportpaleis terugkeerde en met een totale nieuwe club Metro IHC van wal stak. Na één jaar werd dit Metro door Brabo ingeslikt en terug tot de orde geroepen. Ook als leider trad Lekens steeds meer en meer op de voorgrond en werd in 1953 secretaris van de afdeling ijshockey binnen het Wintersportverbond. Nadat hij in 1956 als actieve hockeyer stopte vervolgde hij zijn loopbaan als scheidsrechter en als nationaal selectieheer. Kortom hij was de grote man. Om de brode baatte hij een sportwinkel uit in de Hof Ter Bekestraat te Antwerpen. Naast ijshockeymateriaal had hij zich gespecialiseerd in lederwaren. Zoals u reeds kon vermoeden moest bij de Jef alles voor ijshockey wijken. Ooit bestelde de BWB (Belgische Wielrijdersbond) een reeks valhelmen welke op korte termijn dienden geleverd te worden. Lekens had zelfs geen tijd om de bestelling te noteren, laat staan uit te voeren, omdat hij met één of andere ijshockeyploeg op tornooi ging.
Hij beridderde gans alleen de Antwerpse ijshockeyclubs Antwerp en Brabo. Een fameuze dreun kreeg hij toen een reeks Antwerpenaars Olympia Club in 1959 oprichtten zonder Jef te kennen.
Deze duivel-deed-al zat echter financieel totaal aan de grond en stierf in mensonwaardige omstandigheden op 13 september 1973. Een week voor zijn heengaan werd zijn hele hebben en houden in beslag genomen. Verschillende personen o.a. Alfred De Ceunynck, Joe Pelsmaeker, Frits Batavier ... hebben toen geld voorgeschoten om deze gewezen ijshockeykeizer niet van honger te laten omkomen. Uit erkentelijkheid heeft zelfs de Nederlandse IJshockeybond 425 gulden overgemaakt om een deel van de uitvaart te bekostigen. Vandaag de dag is deze legendarische Joseph Lekens nog een echt begrip bij zowel spelers als supporters uit 'de goede oude tijd'.